De ouderdom komt steeds eerder
De �grijze golf zwelt aan.� Geen wonder. Je bent steeds eerder een �oudere� en dan ben je ook gebrekkiger
Nooit eerder in de geschiedenis leefden zoveel mensen zo lang als tegenwoordig in de rijke landen het geval is. In de laatste 150 jaar is de levensverwachting bij geboorte meer dan verdubbeld. Rond 1860 was de levensverwachting bij geboorte voor mannen iets meer dan 36 jaar, terwijl het CBS deze voor 2006 becijfert op bijna 78 jaar. Voor vrouwen was deze levensverwachting rond 1860 ongeveer 38 jaar, in 2006 bijna 82 jaar. Ook wanneer we de teruggedrongen kindersterfte meewegen is de ontwikkeling indrukwekkend. En ze gaat nog steeds verder, althans in die landen – zoals Japan – die het beste presteren op dit terrein. Daar neemt de levensverwachting elk jaar met 20-25% toe. Maar in arme landen als Sierra Leone is de levensverwachting bij geboorte nog steeds niet meer dan 40 jaar. �
Wie de beschouwingen leest die ter gelegenheid van de Boekenweek verschenen zijn, merkt weinig tevredenheid over de bevoorrechte positie van de Nederlandse bevolking. Er is immers dat enorme probleem van de �vergrijzing� met al die vakantie vierende senioren en er is nog steeds de gebrekkige �ouderdom�. Het eerste probleem hebben we grotendeels zelf gecre�erd door mensen die voorheen als normale volwassenen golden steeds eerder als �ouderen� te gaan bestempelen. Toen in de jaren �80 velen om economische redenen ertoe werden aangezet om eerder te stoppen met werken, werden zij � omdat volgens traditionele opvattingen� degenen die niet meer werken �ouderen� zijn – ook maar direct �ouderen� genoemd. Tegelijkertijd werden deze jongere ouderen via het beruchte WAO-traject verminderende capaciteiten toegedicht die met hun leeftijd samen zou hangen.
Sindsdien wordt alom gesproken in �plus�-termen die duiden op een tekort en hanteren ook de ouderenbonden de 50-jarige leeftijd als moment waarop men tot de ouderen is gaan behoren. De situatie op de arbeidsmarkt is momenteel een andere dan in de jaren �80, maar de nieuwe categorisering van de �ouderen� is daarmee niet verdwenen. Regelmatig vernemen we uit de media berichten over hetgeen 50+-ers nog zouden kunnen of willen of juist niet meer, ondanks de enorme aantallen individuen en hun onderlinge verschillen. Op de arbeidsmarkt is de werkelijkheid nog absurder en geldt een 45+er of zelfs een 40+er reeds als �oudere werknemer� die in geval van werkloosheid nog steeds moeilijk aan de slag komt.
Het blijft merkwaardig want je zou toch verwachten dat bij een stijgende levensverwachting mensen later tot de ouderen gerekend zouden worden en niet 15 jaar eerder. Hierdoor zal de gevreesde grijze golf van de komende decennia aanzwellen van 4 miljoen 65+-ouderen tot bijna 7 miljoen 50+-ouderen. Meer dan een derde van de bevolking, de helft van alle volwassenen wordt dan �ouderen� genoemd. En vervolgens wordt geklaagd over de vergrijzing van de bevolking en haar verminderende draagvlak.
De verlaging van de leeftijden waarop men tot �oudere� wordt verklaard is allerminst neutraal. Op grond van hun leeftijd worden mensen zo snel mogelijk als �ouderen� buiten spel gezet omdat ze niet meer passen binnen een commerci�le jeugdcultuur die zelfs ten opzichte van jongeren steeds meer dwangmatige trekken gaat vertonen. Niemand kan meer aan de eisen van gephotoshopte perfectie voldoen, zodat er altijd wel iets gekocht moet worden. Voor een deel doen ouderen mee aan deze cultus en gaan ze �goed ouder worden� opvatten als �jong blijven�. En dat is wel begrijpelijk want het leven als oudere lijkt zin noch status te hebben, maar kan wel twee keer zo lang duren als dat van de �normale� volwassenheid. Moeten ze gaan wachten op de kommervolle �ouderdom�, het tweede probleem dat met elegant proza in deze Boekenweek is beschreven? Vooral de vergeetachtigheid waarvan je moet vrezen dat het eigenlijk beginnende dementie is, wordt breed uitgesponnen want dat is immers een vrees die iedereen al vroeg op zichzelf kan betrekken.
Bovengenoemde ontwikkelingen laten zien dat het technocratische streven naar totale beheersbaarheid en perfectie op grote schaal neurotische trekken gaat vertonen. Aangezien veroudering herinnert aan de uiteindelijke mislukking van dit streven dreigt verbanning uit de samenleving. Door de bewaking van leeftijdsgrenzen wordt de illusie gewekt dat de centrale domeinen van de samenleving bevolkt worden door jonge en �normale� volwassenen die nog vrij zijn van een verval dat eerder dreigt in te zetten naarmate commerci�le perfectie meer wordt aanbeden. Deze fixatie reduceert mensen tot hun leeftijd en scheidt ze pijnlijk van elkaar, maar geeft niet de �houdbaarheid� die men zoekt.
Alleen door de onzekerheden van het leven te aanvaarden kan ook de waarde ervan worden ervaren. Een fundamentele vraag voor onze cultuur is daarmee hoe zodanig met deze onbeheersbaarheid kan worden omgegaan dat ze verbindend werkt, in plaats van aanleiding te geven tot leeftijdssegregatie of uitdrijving van de meest kwetsbaren.
Jan Baars
Departement Wijsbegeerte, Universiteit van Tilburg / Universiteit voor Humanistiek
[Volledige tekst van plenaire lezing ter gelegenheid van het HOVO boekenweek symposium is hier te lezen.]